21 december 2017

Wat fijn dat ik hier mag zijn

Ik heb het niet zo op mensen die veel aan te merken hebben op hun huisarts of ziekenhuis. Ik denk dat we onze handjes mogen dichtknijpen hier in Nederland. Gratis zorg voor iedereen door zeer bekwame artsen. Wie durft er te zeuren?

Mijn consultatiebureautijdperk begon ik vijf jaar geleden dan ook met een dankbaar gezicht en een vriendelijke handdruk. "Wat fijn dat ik hier mag zijn" dacht ik. Of nou ja, iets in die trant. Maar op de één of andere manier is die vriendelijkheid van toen omgeslagen in een lichte aversie tegen alles wat te maken heeft met het consultatiebureau (consternatiebureau - ha ha).

Ik probeerde het vanmorgen echt weer goed te doen. Op tijd van huis, boekje mee, inentingspapieren op zak, vriendelijke glimlach, schoon kind. Maar ik was even vergeten dat de Maxi-Cosi niet op het kussen mag staan. Ook niet als je eventjes je handschoenen uit wilt doen. En ik was vergeten dat ik de inentingspapieren niet dubbel mag vouwen. En de doek moet natuurlijk niet om het hoofdje als de baby wordt opgemeten.

Blijven glimlachen, dacht ik. En toch maar even een oprechte vraag stellen aan de arts. "Als ze brult omdat haar voeding weer omhoog komt, kun je dan nog meer doen dan johannesbroodpitmeel in de fles doen?" Ze ging er even goed voor zitten. "Het is belangrijk om haar een poos rechtop te houden na het drinken. En wat wij wel eens adviseren is johannesbroodpitmeel in de fles doen."

Toen ik - zonder glimlach en met een brullend kind - de wachtkamer weer in kwam, stond een andere moeder haar kind te troosten. De meet-en-weeg-mevrouw liep op haar af en zei: "Ze mag bést even huilen hoor! Die prikjes zijn ook naar! Ze hoeft echt niet stil te zijn!" en terwijl ze de moeder liefkozend en tegelijk denigrerend over haar rug wreef, zei ze: "En probeer rustig te blijven. Het is ook voor moeders heftig hè?"

Ik grijnsde breed naar de verbolgen moeder en zonder woorden spraken we af dat één van onze baby's de volgende keer op de meet-en-weeg-mevrouw poept. Een beetje maar.