19 mei 2014

Hoera

Onze lieve peuterdochter werd vorige week twee jaar. Ze huppelde en straalde twee dagen lang - en wij als trotse ouders vonden het stiekem nóg leuker. Noa zei wel honderd keer: "Noa jarig hè? Wát een feest." En gelijk had ze.













14 mei 2014

Over huilen, moederkloekvleugels en beroerde moeders

Ik lijk geen huilebalk - en dat ben ik ook niet. Maar van sommige dingen moet ik wél huilen. Laatst keek ik bijvoorbeeld DNA Onbekend. Niet per se mijn favoriete programma, maar ik lag uitgeteld op de bank. Te moe om te strijken of te lezen en te koppig om te gaan slapen.

Er werd een vrouw geïnterviewd. Ze zag er jong en vriendelijk uit, maar was zeventig en diep gekwetst. Ze vertelde over haar moeder die haar toen ze twee was de deur uit deed. Eens per maand mocht ze haar moeder bezoeken. Ze keek ontzettend uit naar deze momenten, hoewel haar moeder er weinig plezier aan leek te beleven. Toen het meisje zeven jaar oud was, rolschaatste ze - vanwege een schreeuwende behoefte aan moederliefde - van Den Haag naar Rijswijk om haar moeder te zien. Toen ze aankwam bij het huis, deed haar moeder het raam op de bovenverdieping open, gooide een kwartje naar beneden en zei dat ze met de tram terug naar huis moest gaan...

Ja, daar moet ik om huilen. Kinderen die schreeuwen om liefde en dat niet krijgen. Ik kan eigenlijk niets ergers verzinnen. Ik voel dan altijd de bijna onbedwingbare neiging om mijn in-mijn-hoofd-altijd-enorme moederkloekvleugels uit te slaan en alle kinderen die het nodig hebben hier in huis te nemen. Wat me vijf minuten later dan weer geen goed idee lijkt.

Ik denk er wel eens over na wat we onze dochters mee willen geven. Wat we (wellicht onbewust) stimuleren en wat we juist (wellicht bewust) laten liggen. Maar eigenlijk is er maar één ding wat ze nodig hebben: liefde. Héél veel liefde.

Dus knuffel ik hen de hele dag plat en zeg ik hen honderd keer per dag dat ze de liefste zijn. En weet je wat zo fijn is? Ik vind het niet eens zo vervelend om te doen. Ik ben de beroerdste niet.

Tekening van Noa voor mij op Moederdag 

10 mei 2014

Over rare fratsen gesproken

Er zijn van die woorden en zinnen die je liever niet, maar heel vaak zegt. Ik zeg bijvoorbeeld heel vaak: "Ooo wat erg!" Tot grote ergernis van de heer des huizes. Ik ben ondertussen zo ver dat ik tijdens het woord 'erg' besef dat ik 'die zin' weer zeg. Nog even, en dan besef ik het voor de langgerekte 'oooo'. Het heeft gewoon wat tijd nodig.

Van de week zei ik het zes keer achter elkaar. Het was na een verhaal over een mevrouw met échte rare fratsen. Desbetreffende (ongetwijfeld alleraardigste) vrouw had onlangs besloten haar lijf en dat van haar kinderen geen E-nummer of suiker meer te gunnen. Bovendien besloot ze haar groenten zelf te verbouwen en haar peuter tussen de middag zaden en noten te voeren.

Natuurlijk, iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft. Maar hé, je kunt het jezelf en je kinderen ook iets gemakkelijker en leuker maken in dit leven.

Ik kan de vinger niet goed op de wond leggen, maar op de één of andere manier voelen steeds meer mensen zich geroepen om heel druk met hun gezondheid en voeding bezig te zijn. Boekjes als 'Bewust koken zonder E-nummers' gaan als warme E-nummervrije broodjes over de toonbank en op verjaardagen wordt er over E-nummers gesproken alsof het over terpentine gaat. De één krijgt buikpijn van E621, de ander krijgt hoofdpijn van suiker en weer een ander heeft aan den lijve ondervonden dat detoxen heel opluchtend kan zijn.

Ik word er moe van. Heel moe. Get a life, denk ik dan. En dat is heel bijzonder, want ik denk vrijwel nooit in het Engels. Vanwaar die collectieve drang om enge sprookjes van medeverjaardagsgangers te geloven en verstandige relativerende stellingen van wetenschappers als onwaar te bestempelen? Is het goedgelovigheid? Domheid? Hoogmoed? Of is het gewoon heel leuk om verschrikkelijk ingewikkeld te doen?

Natuurlijk, ik ben geen voedingswetenschapper of arts. Ik voel mij dus ook niet capabel genoeg om van alles over E-nummers te roepen. Maar mijn gezonde boerenverstand zegt me dat dit iets geloofwaardiger is dan de horrorverhalen van een willekeurige mevrouw met gedetoxte darmen en ongespoten groentetuin.

Begrijp me goed: ik houd ook meer van vers en gezond dan van lang houdbaar en dikmakend. En ook ik vind dat je goed voor je lichaam moet zorgen. Maar E-nummervrij eten is voor sommige mensen haast een religie aan het worden. Terwijl een lichaam maar een lichaam is. En uiteindelijk gaan we allemaal dood. En dat bedoel ik niet oneerbiedig, laat staan grappig.

Ik zou zeggen: eet gezond, geniet van lekkere dingen en maak je druk om belangrijker zaken dan E-nummers. Dat laatste ga ik vanaf nu ook proberen. Ik zal me vanaf nu nooit meer opwinden over E-nummersprookjes. Get a life. Zeur.

Prof. M. Katan in het Reformatorisch Dagblad