29 juni 2016

Ouwe taart

Afgelopen zaterdag werd ik negenentwintig. Dat is bijna dertig, mocht je dyscalculie hebben. Sindsdien loop ik een beetje verward rond op aarde. Ik weet namelijk niet zo goed wat ik nou van mijn nieuwe leeftijd moet vinden.

Toen ik zestien was (en ik de hele dag gilde en giechelde), kreeg ik gedurig van mijn mentor te horen dat ik volwassen moest worden. Ik vond dat gezeur verschrikkelijk. Op een dag zei ik tegen hem: "Als 'volwassen zijn' dat is wat u bent, dan wil ik nooit volwassen worden." Ik denk dat hij nog steeds wakker ligt van die opmerking.

Toen ik twintig was, werd ik voor het eerst met 'u' aangesproken in de supermarkt. Ik vond het vreselijk. Hoewel het natuurlijk hartstikke keurig en beleefd van de vakkenvuller was, voelde ik me nog lang geen u. En ik wilde het ook niet zijn.

Toen ik vierentwintig was, was ik getrouwd en kreeg ik een baby. Als mensen hoorden dat ik getrouwd was en een kind had, schatten ze me standaard ouder in dan ik was. Mijn leeftijd klopte niet met mijn burgerlijke staat. Crisis!

Toen ik eenmaal zevenentwintig en achtentwintig was, voelde ik me zo oud als ik was. Ik accepteerde het dat ik geen twintig meer was (ik was er zelfs blij om!) en mijn burgerlijke staat klopte enigszins met mijn leeftijd. Het was goed.

Maar toen. Toen werd ik negenentwintig. En nu loopt het ineens allemaal uit de hand. Want negenentwintig is bijna dertig, en dertig is oud! Bij dertig hoort een rijtjeshuis (check), een Volvo (check), een gezin (check) en wekelijkse boodschappen op zaterdag (check). Vier keer check, zie je dat? Ik ben gewoon bijna dertig! Help!