10 mei 2014

Over rare fratsen gesproken

Er zijn van die woorden en zinnen die je liever niet, maar heel vaak zegt. Ik zeg bijvoorbeeld heel vaak: "Ooo wat erg!" Tot grote ergernis van de heer des huizes. Ik ben ondertussen zo ver dat ik tijdens het woord 'erg' besef dat ik 'die zin' weer zeg. Nog even, en dan besef ik het voor de langgerekte 'oooo'. Het heeft gewoon wat tijd nodig.

Van de week zei ik het zes keer achter elkaar. Het was na een verhaal over een mevrouw met échte rare fratsen. Desbetreffende (ongetwijfeld alleraardigste) vrouw had onlangs besloten haar lijf en dat van haar kinderen geen E-nummer of suiker meer te gunnen. Bovendien besloot ze haar groenten zelf te verbouwen en haar peuter tussen de middag zaden en noten te voeren.

Natuurlijk, iedereen mag doen waar hij of zij zin in heeft. Maar hé, je kunt het jezelf en je kinderen ook iets gemakkelijker en leuker maken in dit leven.

Ik kan de vinger niet goed op de wond leggen, maar op de één of andere manier voelen steeds meer mensen zich geroepen om heel druk met hun gezondheid en voeding bezig te zijn. Boekjes als 'Bewust koken zonder E-nummers' gaan als warme E-nummervrije broodjes over de toonbank en op verjaardagen wordt er over E-nummers gesproken alsof het over terpentine gaat. De één krijgt buikpijn van E621, de ander krijgt hoofdpijn van suiker en weer een ander heeft aan den lijve ondervonden dat detoxen heel opluchtend kan zijn.

Ik word er moe van. Heel moe. Get a life, denk ik dan. En dat is heel bijzonder, want ik denk vrijwel nooit in het Engels. Vanwaar die collectieve drang om enge sprookjes van medeverjaardagsgangers te geloven en verstandige relativerende stellingen van wetenschappers als onwaar te bestempelen? Is het goedgelovigheid? Domheid? Hoogmoed? Of is het gewoon heel leuk om verschrikkelijk ingewikkeld te doen?

Natuurlijk, ik ben geen voedingswetenschapper of arts. Ik voel mij dus ook niet capabel genoeg om van alles over E-nummers te roepen. Maar mijn gezonde boerenverstand zegt me dat dit iets geloofwaardiger is dan de horrorverhalen van een willekeurige mevrouw met gedetoxte darmen en ongespoten groentetuin.

Begrijp me goed: ik houd ook meer van vers en gezond dan van lang houdbaar en dikmakend. En ook ik vind dat je goed voor je lichaam moet zorgen. Maar E-nummervrij eten is voor sommige mensen haast een religie aan het worden. Terwijl een lichaam maar een lichaam is. En uiteindelijk gaan we allemaal dood. En dat bedoel ik niet oneerbiedig, laat staan grappig.

Ik zou zeggen: eet gezond, geniet van lekkere dingen en maak je druk om belangrijker zaken dan E-nummers. Dat laatste ga ik vanaf nu ook proberen. Ik zal me vanaf nu nooit meer opwinden over E-nummersprookjes. Get a life. Zeur.

Prof. M. Katan in het Reformatorisch Dagblad