23 december 2015

Peuters en lummels

De liefde is de toestand waarin de mens de dingen het meest ziet zoals ze niet zijn, sprak ooit Friedrich Nietzsche. Waarschijnlijk heeft hij gelijk. Ik vind mijn man en kinderen vast geweldiger dan ze eigenlijk zijn. Andere kinderen vind ik soms irritant, vies, dom of oervervelend, maar die van mezelf vind ik altijd reuze leuk.

Afgelopen weekend zei ik tegen een moeder van (bijna) volwassen kinderen: "Het lijkt me zo gek om zulke oude kinderen te hebben! Wij hebben vanaf 19.00 uur het rijk voor ons alleen. Jij hebt tot 23.00 uur van die lummels op de bank hangen." Weet je wat ze zei? "Jij denkt aan lummels van een ander, maar als het je eigen lummels zijn, is het lang zo erg niet."

Waarschijnlijk heeft ze gelijk. Ik probeerde me onze peuters als lummels voor te stellen, hangend op onze bank met een zak chips. Het leek me ineens best gezellig.

Maar zo ver zijn we gelukkig nog lang niet. Vorige week werd Sifra twee jaar. In twee jaar tijd evolueerde ze van een kleine, schattige, altijd-verbaasd-kijkende baby naar een grappig, bijdehand poppetje met eeuwige snottebellen. En ik stond erbij en keek er naar. 



Lieve Sief, je bent vast lang niet zo fantastisch als ik jou vind. Maar hé, wat maakt ons dat uit?