14 februari 2013

Opvoeden met de Franse slag


Ik denk dat elke ouder zich voorneemt om zijn of haar kind goed op te voeden. Niemand wil geschreeuw aan tafel, gezeur in de supermarkt, gegil tijdens ruzies en gemekker in de auto.

Ook wij hebben ons voorgenomen Noa op te voeden tot een vrolijk, vriendelijk meisje dat altijd luistert en niet zeurt. Tot nu toe lukt dat aardig. Ze is altijd vrolijk, lacht naar de mensen om haar heen, luistert als we zeggen dat ze haar bordje leeg moet eten (al is het witlof of bahmi) en zeurt nooit om snoepjes. Bijvoorbeeld.

Maar hoe zal het straks gaan, als ze "Nee!" kan zeggen? En speelt ze nog steeds uren achter elkaar in de box als ze weet dat door huis wandelen stiekem veel leuker is?

Vanmorgen begon ik - ter voorbereiding - in het boek Franse kinderen gooien niet met eten. Hoewel ik slechts drie Franse woorden spreek (en G. hoogstens één), hoop ik toch dat er Frans bloed in onze opvoedingsaderen stroomt. Want als ik het boek moet geloven, eten Franse kinderen alles wat hen voorgeschoteld wordt, blijven ze rustig aan tafel zitten in een restaurant, zeuren ze nooit om snoep of koekjes, slapen ze door als ze twee of drie maanden oud zijn (o help - daar gaan we al) en luisteren ze direct als je "Doucement!" of "Attends!" zegt.



Het zal allemaal een tikkeltje overdreven zijn, maar ik geloof wel dat je als opvoeder veel in de hand hebt. Een kind dat negatieve aandacht vraagt (door dingen kapot te maken, weg te lopen of te zeuren als je aan het telefoneren bent), krijgt te weinig positieve aandacht (of te veel negatieve aandacht). Een kind dat vervelend doet, verveelt zich en heeft dus te weinig leuke dingen te doen. Pamela Druckerman noemt het cadre: duidelijke grenzen stellen, maar binnen die grenzen je kind enorm veel vrijheid geven.

Ik ben benieuwd naar de rest van het boek. Ik ben nog maar op pagina 32, maar daar gaat snel verandering in komen. Ik denk zomaar dat mijn bus er straks wat langer over doet dan anders... Wat een sneeuw!