18 februari 2013

Witwaspraktijken

Een paar weken geleden was ik opeens een wit hoeslaken kwijt. Ik snapte er niets van, zocht het hele huis door, belde mijn moeder met de vraag of zij misschien mijn witte hoeslaken had gezien (je weet maar nooit) en beschuldigde mijn lief ervan dat hij het hoeslaken als poetsdoek had aangezien.

Toen ik een paar dagen later het bed van Noa opmaakte, kwam ik erachter dat er een wit laken miste. Ik snapte er niets van, zocht het hele huis door, belde de oppas met de vraag of zij misschien mijn witte lakentje had gezien (je weet maar nooit) en beschuldigde mijn lief ervan dat hij het lakentje als poetsdoek had aangezien.

En hoewel wij de afgelopen weken veel te snel door de witte handdoeken heen waren en ik mij dikwijls verbaasde over het kleine aantal spuugdoekjes in Noa's kast, ging er nog steeds geen lichtje branden.

Tot ik vanmorgen besloot onze dekbedovertrek in de droogtrommel te stoppen. Ik gebruik dat ding nooit, want ik heb plek zat en tijd zat om de was aan een wasrek te drogen. Toen ik het deurtje open deed, kwam ik plotsklaps een wit hoeslaken, een lakentje, spuugdoekjes en witte handdoeken tegen. Vanaf deze plek een welgemeend excuus richting mijn lief, mijn moeder en de oppas voor de valse beschuldigingen. De volgende keer als ik iets kwijt ben, kijk ik als eerste in de droogtrommel.