Sinds een paar maanden ben ik moeder. Van het ene op het
andere moment. Natuurlijk ben je negen maanden lang bijna-moeder en word je hoe
dikker, hoe moederder, maar écht moeder ben je pas als je weet hoe je kind
ruikt, huilt, voelt en eruit ziet. En dat moment is prachtig (en de momenten
daarna ook).
Ik besef echter nu pas (nu het liefje zit, schatert, met
dingen gooit en kijkt alsof ze het fenomeen leven allang onder de knie heeft) dat
dat moeder-zijn voor altijd is. Zij zal altijd in mijn buurt, mijn hoofd en mijn
hart zijn. Ik zal altijd rekening met haar willen en moeten houden. Ik zal
altijd voor haar willen zorgen en zorgen over haar hebben.
Dat idee is tegelijkertijd ongelofelijk fijn en een klein beetje
beangstigend. Net zoals ja-zeggen tegen je lief tegelijkertijd ongelofelijk
fijn en een klein beetje beangstigend is. Vanaf dat moment ben je nooit meer
alleen. Ben je altijd samen. Gek hoor.