De maandag was nog niet voorbij, of hij moedigde mij aan een eenpersoonsvakantie te boeken. Hij wil me echt weg hebben, dacht ik. Maar voordat ik me daar zorgen om maakte, greep ik het aanbod met beide handen aan.
Eerder verklaarde ik mensen die alleen reisden altijd voor gek. Maar nu ik kinderen heb en er bijna altijd mensen om me heen zijn, zie ik de aangenaamheid van alleen-zijn in. De afgelopen jaren ging ik al regelmatig in mijn eentje de stad in: winkelen, alleen lunchen, om me heen kijken. Nu ga ik dat binnenkort drie dagen lang doen: wandelen, naar het strand gaan, schrijven.
En na drie dagen vallen we elkaar allemaal weer zielsgelukkig in de armen en heb ik voldoende stilte gehoord voor het komende jaar. Bij wijze van spreken dan hè.